Spaanse architectuur
De Spaanse architectuur wordt gekenmerkt door bouwstijlen van verschillende culturen. Zo zijn er de Moorse bouwstijl, die afkomstig is uit Noord Afrika (Islamitische stijlen), Romaanse en Gotische stijlen uit Frankrijk en de Renaissance stijl uit Italië. Hetgeen deze verschillende stijlen zo uniek maakt is het feit dat al deze – voor Spanje vreemde stijlen – toch met een typische Spaanse manier zijn ontwikkeld. Hierdoor lijkt Spanje dus een eigen stijl te hebben ontwikkeld terwijl de originele stijl afkomstig is van vreemde landen en culturen.
De Spaanse architectuur wordt gekenmerkt door scherpe contrasten tussen lichte en donkere partijen, afwisseling tussen soberheid, overdadige decoratie en dikke muren met kleine ramen om het zonlicht en de warmte buiten te houden. De stijlen verschillen van streek tot streek en geven het Spanje weer van voor de eenwording. Sinds de Moorse (Noord Afrikaans) overheersing staat de bouwvorm van een centrale patio, omringd door arcaden, centraal. De oudste werkzaamheden van architectuur in Spanje zijn toe te schrijven aan de megalythicale cultuur van ongeveer 3000 v.C.
Romaanse stijl
Veel Romaanse (8ste eeuw tot en met de 13de eeuw) Spaanse monumenten zijn gelukkig ook behouden, waaronder de belangrijkste zijn het grote aquaeduct van Segovia en het amphitheater van Merida. Romaanse kerken werden vooral gebouwd in Catalonie en langs de pelgrimsroute naar Santiago. Kenmerken van Romaanse architectuur en dan voornamelijk de kerken zijn ronde bogen, dikke muren en weinig ramen.
De Moren
Vanuit de tijd van de Moren is ook veel mooie Spaans erfgoed overgebleven. De Moren hebben in de toenmalige tijd (8ste tot 15de eeuw) veel welvaart naar Spanje gebracht. Het Moorse rijk was zeer ver ontwikkeld in onder andere wiskunde, dichtkunst en geografie. De Moren bewaarden de mooiste decoraties van hun architectonische bouwwerken voor het interieur, waarin geometrische, kalligrafische en florale motieven in tegels of stucwerk werden aangebracht.
De Moren maakten veel gebruik van de zogenaamde hoefijzerboog van de Visigoten. Voorbeelden van Moorse architectuur zijn vooral te vinden in Zuid Spanje. Zo staat in Cordoba één van de mooiste Moorse Moskeeën die door vele toeristen jaarlijks wordt bezocht.
De Gotische periode
Vanuit Frankrijk kwam in de 12de eeuw de Gotiek naar Spanje. Tijdens de Gotische periode (12de-16de eeuw) werden de ronde bogen van voorheen vervangen door spitsbogen die hogere gewelven en ramen mogelijk maakten omdat deze sterker waren. Gebeeldhouwde Gotische versieringen kwamen het meest voor in de flamboyant-gotsiche stijl van de 15de eeuw. Na de val van Granada kwam nog de laat gotische stijl van Isabella op.
In dezelfde tijd ontwikkelden Moorse ambachtslieden in heroverde gebieden de zeer decoratieve christelijk islamitische mudejar stijl. De Christenen die op Moslimgrondgebied leefden werden Mozarabes genoemd en zij hadden een bijzondere architectonische stijl die Visigotische bouwtechnieken en caliphallische stijl combineerden. Nadat het Spaanse land op de Moslims (Moren) werd heroverd bleven de Moorse architecten achter en ontwikkelden een andere nieuwe stijl die hun traditionele architectuur met Romanesque en Gotische elementen combineerde deze stijl die dus mudejar stijl werd genoemd.
Renaissance
Rond 1500 werd er in Spanje onder invloed van de Renaissance (16de eeuw) een nieuwe stijl ontwikkeld. Italiaanse ambachtslieden en Spaanse kunstenaars die in Italië hadden gestudeerd namen inspiratie vanuit mee voor de ontwikkeling van een nieuwe stijl. De renaissance greep terug op de bouwstijl van het oude Rome die wordt gekenmerkt door symmetrie en gebruik van de rondboog, Dorische, Corintische en Ironische zuilen. Vroege Spaanse renaissancistische architectuur heet plateresk omdat de detaillering op het werk van een zilversmid (platero) lijkt. Een van de meest representatieve monumenten van Plateresk is de Universiteit van Salamanca.
Barok & Gaudí
Na de Renaissance kwam het tijdperk van de Barok (17de-18de eeuw). Het tijdperk van de Barok kwam voort uit een verlangen naar drama en beweging. De versiering werd extravagant met overdadig beeldhouwwerk en gedraaide zuilen. De overdreven Barokke churriguereske stijl is genoemd naar de architecten familie Churriguera, maar werd vooral uitgedragen door hun opvolgers.
Twee tegenovergestelde barok kenmerken van Architectuur kunnen worden waargenomen: de werkzaamheden van Juan Herrera zijn opmerkelijk streng (b.v. Klooster Gr Escorial, dicht bij Madrid) terwijl Churriguera uiterst rijke ornamenten gebruikte. In de regio Galicie bestaat een andere variatie van barokke stijl, de zogenaamde Baroco Compostelano, met Santiago de Compostela als zijn barokke centrum.
Ten tijde van het Modernisme (laat 19de eeuw tot aan nu) speelde Spanje opnieuw een hoogst belangrijke rol. Het opmerkelijkst misschien zijn de werkzaamheden van Antoni Gaudi in Barcelona, zoals zijn grote Kathedraal Sagrada Familia. Tot vandaag is Barcelona in het bijzonder een centrum van moderne en zelfs futuristische architectuur gebleven.